Het totale jaarinkomen is de som van alle inkomsten uit arbeid, rente op bankdeposito’s of andere schuldinstrumenten, dividenduitkeringen of inkomsten uit onroerend goed.
- partner- en kinderalimentatie;
- huur- en hypotheekbetalingen;
- terugbetalingen van leningen;
- betalingen van verzekeringspremies;
- betalingen van nutsvoorzieningen, waaronder die voor elektriciteit, verwarming en water;
- abonnementsbetalingen voor diensten;
- inkomstenbelasting en onroerendgoedbelasting.;
Wat is de geschatte waarde van uw liquide vermogen (inclusief bank- en beleggingsrekeningen en exclusief uw eigen woning)?
Het totale liquide vermogen wordt berekend als de som van alle contanten op spaarrekeningen en betaalrekeningen, en de waarde van bezittingen die gemakkelijk en snel in contanten kunnen worden omgezet, waaronder:
- spaarproducten die binnen maximaal dertig kalenderdagen in contanten kunnen worden omgezet;
- financiële instrumenten, zoals aandelen en obligaties, die worden verhandeld op een effectenbeurs (gereglementeerde markt in de zin van artikel 4, lid 1, punt 21), van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (4));
- aandelen en rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging die ten minste wekelijks terugbetalingsrechten aanbieden.
De volgende bezittingen worden niet als liquide vermogen beschouwd:
- onroerend goed;
- bedragen betaald aan een bedrijfspensioenregeling;
- aandelen van ondernemingen die niet vrij inwisselbaar of verhandelbaar zijn, inclusief eerdere crowdfundingbeleggingen.
Als datum voor de waardering van het totale liquide vermogen kan 31 december worden gekozen van het afgelopen jaar of een recentere datum als dat beter de huidige waarde van de bezittingen weergeeft. Let er op in dat laatste geval dat dan ook de situatie voor het inkomen en de uitgaven nog een correcte weergave is van de situatie.